Het doel van de voorgestelde studie is om de fundamentele geomechanische oorzaken van seismiciteit, specifieke risicofactoren en veilige operationele bandbreedtes voor reservoiropslagcondities, die niet in eerdere studies zijn behandeld, opnieuw te beoordelen. De studie zou zich met name moeten richten op factoren die verder gaan dan de bekende oorzaken van breukverschuiving en seismiciteit bij piekdepletie/minimale reservoirdruk (en bijgevolg maximale effectieve spanningscondities).
Zo vertoont één ondergrondse gasopslag (UGS) microseismiciteit tijdens de injectiefase nabij de maximaal toegestane reservoiropslagdruk, op een breuk die tijdens depletie niet actief was. Een andere Nederlandse UGS toonde een waargenomen seismische gebeurtenis na herinjectie van het kussengas en het initiële werkvolume bij een bijna maagdelijke reservoirdruk. In beide gevallen waren dit omstandigheden waaronder breukkriticiteit het minst verwacht werd. Vanuit een traditioneel perspectief op breukstabiliteit missen we dus mogelijk belangrijke causale mechanismen. Is de microseismiciteit die is waargenomen op sommige Nederlandse UGS-locaties, onder spanningsomstandigheden en locaties waar deze niet werd verwacht, een waarschuwing dat gebeurtenissen van hogere magnitude kunnen optreden bij gasdrukken waar ze niet worden verwacht?
Het onderzoek is uitgevoerd door de Universiteit van Padua. Het project startte in april 2017 en eindigde in februari 2019.