Het doel van dit onderzoek is om het cumulatieve effect op de voorspelde gevaren en risico's en inherente onzekerheden onder verschillende productiescenario's te verifiëren en te kwantificeren, veroorzaakt door (1) invoergegevens van modelcomponenten, (2) modelkeuzes en aannames, onzekerheidsverspreiding in de modeltrein enz. en hun relatieve bijdrage aan de totale onzekerheid.
Het doel is om met name de wetenschappelijke en probabilistische deugdelijkheid van de werkhypothesen te beoordelen in het licht van de meest recente kennis over prestatiegerichte seismische risicobeoordeling van TNO en NAM.
Dit onderzoeksproject is toegekend aan TNO. Het project is eind 2020 van start gegaan, bestond uit twee fasen en is in 2022 afgerond.
Meer ...
Het doel van het onderzoek is om het cumulatieve effect op de voorspelde gevaren en risico's en inherente onzekerheden onder verschillende productiescenario's te verifiëren en te kwantificeren, veroorzaakt door (1) invoergegevens van modelcomponenten, (2) modelkeuzes en aannames, onzekerheidsverspreiding in de modeltrein enz. en hun relatieve bijdrage aan de totale onzekerheid. Het doel is om met name de wetenschappelijke en probabilistische deugdelijkheid van de werkhypothesen te beoordelen in het licht van de meest recente kennis over prestatiegerichte seismische risicobeoordeling.
Om modelparameters, aannames en onzekerheden bij de modelkeuze te rangschikken in termen van hun bijdrage aan de resulterende impactonzekerheid in berekende gevaren of risico's. Aantonen of de statistische benadering die wordt gevolgd in het Groningen-gevaren- en risicomodel van NAM en het openbare model van TNO de voorspelde effecten over- of onderschat. Aanbevelingen formuleren om het probabilistische kader te valideren en mogelijk de onzekerheden met betrekking tot de werkhypothesen van de Groningen-seismiciteitsgevaren- en risicomodeltrein te verminderen.
Het KEM-09-project had tot doel te evalueren in hoeverre de modelleringsaannames en de onzekerheidskarakterisering, die noodzakelijkerwijs worden meegenomen in de seismische risicobeoordeling voor Groningen, van invloed zijn op de risicoresultaten. Dit is nuttig om inzicht te krijgen in de robuustheid van de risicoresultaten en om verdere voorstellen/behoeften voor toekomstige modelontwikkelingen te evalueren.
EINDRAPPORT VAN HET KEM-09 PROJECT
Het project heeft een uitgebreid testkader voor (sub)modellen voor seismische gevaren- en risicoanalyse ontwikkeld en toegepast, dat uitgebreide gevoeligheidsanalyses en (component)modelvergelijkingen mogelijk maakt.
Een van de belangrijkste conclusies is dat het risico gevoelig is voor alle modelcomponenten en dat alle modelcomponenten (SSM, GMM, FCM) een aanzienlijke invloed hebben op de resultaten, althans volgens de door het team gekozen criteria. De studie heeft de moeilijkheid aan het licht gebracht om de risicobeoordeling van de exploitant van het Groningen-veld te reproduceren, wat moet worden opgelost in verdere ontwikkelingen van de seismische risicobeoordeling voor Groningen. De studie heeft enkele mogelijke inconsistenties in sommige modelcomponenten aan het licht gebracht, die mogelijk moeten worden aangepast en gecorrigeerd.
De vorm van de logische boom en de gewichten die aan de takken worden toegekend, hebben een relevant effect op het risico, zodat het nuttig zou kunnen zijn om een gecodificeerde procedure vast te stellen om deze gewichten te bepalen in toekomstige ontwikkelingen van de risicobeoordeling. De studie heeft aangetoond hoe sommige delen van de logische boom extreem rechts scheve risicoresultaten opleveren, die een aanzienlijk relatief groot effect hebben op de risicobeoordeling. Dit kan aanleiding geven tot verdere analyse en verdieping, alsook tot het overwegen van andere risicometrieken om de impact te evalueren.
De studie heeft het belang aangetoond van de beoordeling van de impact van modelcomponenten op basis van het effect op de risicometriek en heeft de weg vrijgemaakt om dit soort werk op te nemen in toekomstige ontwikkelingen, ook voor andere mijnbouwactiviteiten.
Het project behandelde twee belangrijke vragen: (i) hoe gevoelig bepaalde geaggregeerde risicomaatstaven voor Groningen zijn voor bepaalde modellen in de risicoanalyse met betrekking tot alle drie de hoofdcomponenten (SSM, GMM, FCM); (ii) hoe de modellering van de epistemische onzekerheid zich verspreidt door de logische boom en welke elementen daarvan de resultaten het meest beïnvloeden.
De studie heeft het belang aangetoond van de beoordeling van de impact van modelcomponenten op basis van het effect op de risicomaatstaf en heeft de weg vrijgemaakt om dit soort werk op te nemen in toekomstige ontwikkelingen, ook voor andere mijnbouwactiviteiten. Dit zijn waardevolle resultaten die inzichten hebben opgeleverd die tot nu toe niet beschikbaar waren. Het team heeft ook gewezen op mogelijke inconsistenties in de risicoanalyse, bijvoorbeeld tussen GMM- en FCM-modellen.
KEM-09 kan de basis vormen voor een norm voor de beoordeling van de noodzaak en relevantie van updates/ontwikkeling van risicomodellen voor Groningen en mogelijk ook voor andere mijnbouwactiviteiten in Nederland. Meer in het algemeen zou het een belangrijk onderdeel kunnen zijn van de risicobeoordeling zelf en van de kwaliteitsborging daarvan.