Dit onderzoek is een vervolg op het KEM-16a-project over een toolbox voor bodemdaling, waarin de relatie tussen bodemdaling en schade aan gebouwen niet was opgenomen. Dit vervolgproject is opnieuw gedefinieerd langs twee lijnen: (1) Het uitwerken van de verbanden tussen veranderingen in het oppervlaktewaterpeil, veranderingen in het grondwaterpeil en schade aan gebouwen (koppelingsketen) en (2) De kennisbasis van relevante schakels in de keten verbeteren/uitbreiden met (modelgebaseerd) onderzoek. Het doel is een synthese waarin alle resultaten van de modellering worden geëvalueerd en samengevat in de gewenste praktische tabellen met factoren die van invloed zijn op bodemdaling voor relevante situaties en omstandigheden.
Het project is uitbesteed aan Deltares. Het KEM-16b-project is in januari 2024 van start gegaan en is in het laatste kwartaal van 2024 afgerond.
Meer ...
Dit onderzoek is een vervolg op het KEM-16a-project met betrekking tot een toolbox voor bodemdaling. In KEM-16 werd in twee pilots gewerkt aan de relatie tussen meerdere oorzaken van diepe bodemdaling en de relatie tussen diepe en ondiepe oorzaken van bodemdaling in de periode 2020-2022. De relatie tussen bodemdaling en schade aan gebouwen werd uitgesteld tot een vervolgonderzoek. Sinds 2022 loopt er ander onderzoek om de relatie tussen bodemdaling en schade aan gebouwen te beschrijven (GEMMA-projecten van de Commissie Mijnschade (CM)). Om dubbel werk te voorkomen, wordt dit vervolgproject opnieuw gedefinieerd langs twee lijnen:
1. Het uitwerken van de verbanden tussen veranderingen in het oppervlaktewaterpeil, veranderingen in het grondwaterpeil en schade aan gebouwen (verbandenketen).
2. De kennisbasis van relevante schakels in de keten verbeteren/uitbreiden met (modelgebaseerd) onderzoek. En de vraag behandelen hoe validatie kan worden bereikt.
In het Deltares KEM-16-rapport is een begin gemaakt met het uitwerken van het verband tussen “grondwaterpeilverlaging als gevolg van oppervlaktewaterpeilverlaging”. Er werden voorlopige resultaten gepresenteerd en er werd een lijst opgesteld van vereiste en gewenste verdere stappen. Het algemene doel van dit werk is het ontwikkelen van (gezaghebbende) tabellen die praktische informatie verschaffen over GWT-verlaging als gevolg van oppervlaktewaterverlaging, voor toepassing in de context van schade aan gebouwen als gevolg van differentiële verzakking. De modellering moet een zinvolle classificatie opleveren van omstandigheden die kunnen worden gekoppeld aan verschillende GWT-verlagingseffecten van SWL-verlaging. De informatie in de gewenste tabellen zal naar verwachting de vorm hebben van impactfactoren (verhouding tussen GWT-verlaging en SWL-verlaging).
Specifieke onderzoeksvragen zijn:
1. Uitwerking van de keten van verbanden tussen schaderisico en verandering van het oppervlaktewaterpeil. Het doel van deze taak is het creëren van een toegankelijk overzicht van de schaderisicoketen als gevolg van verandering van het oppervlaktewaterpeil.
2. Uitbreiding van de kennisbasis voor belangrijke elementen in het verband tussen grondwaterpeilverlaging als gevolg van verlaging van het oppervlaktewaterpeil, met inbegrip van klimaatforcering, freatische opslag en de rol van sloten.
Ten slotte wordt gestreefd naar een synthese waarin alle resultaten van de modellering worden geëvalueerd en samengevat in de gewenste bruikbare tabellen met een overzicht van de impactfactoren van bodemdaling voor relevante situaties en omstandigheden.
De activiteiten en resultaten van het KEM 16b-project zijn vastgelegd in twee deliverables:
1. KEM-16b PROJECTRAPPORT 1, waarin wordt ingegaan op de verbanden tussen veranderingen in het oppervlaktewaterpeil, veranderingen in het grondwaterpeil en schade aan gebouwen (de keten van verbanden).
2. KEM-16b PROJECTRAPPORT 2, waarin de kennisbasis van relevante schakels in de keten wordt verbeterd/uitgebreid met (modelgebaseerd) onderzoek en waarin wordt ingegaan op de vraag hoe validatie kan worden bereikt (de modelketen).
Met betrekking tot de eerste doelstelling heeft het project een toegankelijk overzicht gegeven van de oorzaak-gevolgketen tussen veranderingen in het oppervlaktewaterpeil en schade aan gebouwen. Bestaande richtlijnen voor kwantitatieve beoordeling van de schakels in de keten worden geëvalueerd en er worden drie kennislacunes geïdentificeerd die het meest bijdragen aan de onzekerheid bij de beoordeling van schade aan gebouwen (risico) als gevolg van veranderingen in het oppervlaktewaterpeil.
Met betrekking tot de tweede doelstelling heeft het project een diepgaande grondwatermodelleringstudie uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in de relatie tussen daling van het oppervlaktewaterpeil en daling van de grondwaterspiegel. Het biedt ook een effectiever kader voor het beoordelen van dalingen van de grondwaterspiegel als gevolg van veranderingen in het oppervlaktewaterpeil, in vergelijking met wat eerder beschikbaar was. Het project heeft een modelleringsinstrument ontwikkeld en gebruikt dat de belangrijkste processen en kenmerken weergeeft die zowel de onverzadigde als de verzadigde bodemzones beheersen. Op basis van simulatieresultaten is een beknopte synthese van impactfactoren in tabellen weergegeven voor relevante instellingen en omstandigheden. Vanwege het ontbreken van gegevens kon slechts een eerste stap worden gezet in de validatie van de modelleringsinstrument en de geselecteerde parameteriseringsmethodologie op basis van historische GWT-tijdreeksen.
Belangrijk is dat de conclusie van de modelleringsstudie voor autoriteiten is dat de richtlijnen van CBA uit 1987 te kleine impactfactorbereiken bieden.
Als aanbevolen vervolgstap heeft het project plannen geïdentificeerd om de SWL's in de buurt van Marum, Groningen, in december 2026 te verhogen, wat een kans biedt voor een validatiestudie van de modelketen.
Het project beveelt ook aan om een gebruikershandleiding met voorbeelden te ontwikkelen om het gebruik van de nieuw ontwikkelde tool te vergemakkelijken, evenals verder onderzoek om de omstandigheden te onderzoeken die leiden tot een grotere daling van de grondwaterspiegel dan de daling van het oppervlaktewaterpeil.
Het project werd geëvalueerd door het wetenschappelijk panel van KEM.
Geconcludeerd wordt dat beide rapporten van hoge kwaliteit zijn en een goed uitgevoerd project weerspiegelen. Het werk bevat passende verwijzingen naar bestaande literatuur en presenteert een haalbare modelleringsaanpak, met weloverwogen aannames en vereenvoudigingen die aansluiten bij de reikwijdte van het project. De beperkingen van het onderzoek en de interpretatie van de resultaten, gezien de beschikbare gegevens en modelaannames, worden uitgebreid behandeld en duidelijk verwoord. Over het geheel genomen zijn alle door KEM verwachte onderzoeksactiviteiten op zeer goede wijze uitgevoerd en zijn er deugdelijke conclusies uit het onderzoek getrokken.
De aanbevelingen worden door KEM ondersteund, aangezien het onderzoeken betreft die nodig zijn om het gebruik van de ontwikkelde methodologie te valideren en te vergemakkelijken. Dit zal op zijn beurt bijdragen aan een betere basis voor de herziening en ontwikkeling van richtlijnen voor de kwantitatieve beoordeling van het verband tussen bouwschade-risico's en SWL-veranderingen in de vorm van een praktische reeks tabellen die kunnen worden gebruikt in het kader van de beoordeling van bouwschade (risico's).