De vorming van een sinkhole aan het oppervlak boven een zoutcaverne is het uiteindelijke resultaat van de opwaartse migratie van de holle ruimte door een instortend cavernendak. Het instortende dak concurreert met het opvullen van deze ruimte door de volumetrische uitzetting van het puin (het zogenaamde 'bulking'1 ). Het is bekend dat vallend puin meer ruimte inneemt in volume dan het ter plaatse aanwezige gesteente. Als er voldoende gesteente boven de grot aanwezig is, zal dit uiteindelijk de grot vullen en het dak ondersteunen, waardoor de migratie wordt gestopt. In gevallen waarin zich een zinkgat aan het oppervlak vormt, was de bulking onvoldoende om de grot te stabiliseren voordat het dak van de holte het oppervlak bereikte2 . In Nederland is het waarschijnlijk dat migratie naar de basis van de ongeconsolideerde sedimenten de laatste fase van de instorting en de vorming van het zinkgat versnelt.

Deze studie heeft twee belangrijke uiteindelijke doelstellingen:

1) Inzicht verkrijgen in het instorten van cavernes: a. Wat zijn de (ondubbelzinnige) indicatoren van een instortende caverne? b. Hoeveel tijd kost het instorten van de hele caverne (relevant om mogelijke mitigatiemaatregelen te begrijpen)?

2) Inzicht verkrijgen in de gevolgen: a. Wat voor effecten kunnen aan de oppervlakte worden verwacht? b. Wat is de oppervlakte van deze sinkholes? Wij zijn van mening dat een sinkhole-model, specifiek voor de situatie in Noord-Nederland, nodig is om dergelijke gebeurtenissen beter te begrijpen.

Daartoe stellen wij drie fasen voor: A. Onderzoeken of de huidige numerieke instrumenten geschikt zijn om grote en diepe cavernes onder gedeeltelijk zachte sedimenten te bestuderen. B. Een dergelijk model ontwikkelen en kalibreren voor een aantal algemene cavernevormen en -dieptes. C. Dit model gebruiken om een reeks theoretische, maar realistische endmember-modellen uit te voeren. Het doel is om de mogelijke parameterruimte te onderzoeken in de ontwikkeling en effecten van sinkholes van zoutcavernes onder gedeeltelijk zachte sedimenten. Deze moeten de regelgever helpen om inzicht te krijgen in doelstellingen (1) en (2).

VOLLEDIGE ONDERZOEKSVRAAG

Het project is in opdracht van het Cavern Closure Consortium (CCC) en is medio 2025 van start gegaan.